Vannacht had ik best een vuurtornado willen zien. Dat kon! Op de stranden van Scheveningen en Duindorp woedden, zoals elk jaar, gigantische vreugdevuren. Maar doordat een harde wind vanaf zee waaide, ontstonden bewegende vuurkolommen. Hoe spectaculair was dat? Veel dichter bij sprookjes en science fiction komt het tegenwoordig niet in Nederland. Laten we zulke momenten koesteren. Al schreeuwt de burgemeester van Den Haag over “verschrikkelijke gebeurtenissen” omdat er wat fietsen en daken zijn beschadigd. Het is slechts materiaal. Dat hoort op de onderste trede van belangrijkheid te staan.

De huizenhoge brandstapels op het strand kan ik me goed herinneren. Brandend heb ik ze nooit gezien, maar als kind reed ik wel eens langs als er gebouwd werd. Het was zo hoog dat ik er vlinders van in mijn buik kreeg. Daarom bestaat deze traditie denk ik nog. Omdat mensen in groten getale er vlinders van in hun buik krijgen. Zoals bij dat andere, mooiste gevoel dat bestaat: Verliefd zijn. Ook dan sta je in vuur en vlam. (Bedenk zelf nog meer parallellen!)

In vuur staren is betoverend. Dat weet iedereen die wel eens in een kamp- of haardvuur heeft gekeken. De vlammen bewegen, veranderen van kleur, maken geluid. Het is lekker warm. Het is één van de mooiste dingen, genieten van een vuur.

Dus doe mij een plezier, lieve mensen van de regering en verzekeringsmaatschappijen; vertel me niet dat er geen vreugdevuren meer mogen op het strand. Want dat zou een directe aanslag zijn op het geluk van een gemeenschap (de vuurbouwers van Scheveningen en Duindorp) en hen die vinden dat vuur of liefde boven alles gaat (de gehele mensheid).

Als ik nog een wens mag doen, dan is dat: Laat iedereen dit jaar heel veel doen waar zij blij van worden. Dat is mijn (huidige) vertaling van “GELUKKIG NIEUWJAAR”!